Verslag symposium Voedsel en overgevoeligheid

Op 17 september organiseerde Folia Orthica het 23-ste symposium, ditmaal met het thema Voedsel en Overgevoeligheid. De darm, de microbiota en het immuunsysteem vormen de schakel tussen voedsel en allergische klachten.

Wereldwijd veranderen de voedingspatronen naar steeds meer geïndustrialiseerd eten en slechte voedingsgewoonten. Hierdoor neemt het aantal chronische ziekten toe. Door bewerking van het eten kan de darmpermeabiliteit groter worden, waardoor meer ongewenste stoffen door de darmwand in het bloed komen. De microbiota spelen een grote rol in de voedselkeuze, het gedrag en de stemming van mensen.

De term voedselintolerantie wordt niet meer gehanteerd. Voedselovergevoeligheid wordt onder verdeeld in allergische en niet-allergische lichamelijke reacties. Aan voedselovergevoeligheid kunnen zowel genetische, epigenetische, mitochondriale als microbiële factoren ten grondslag liggen. Een voedselovergevoeligheid kan in álle systemen klachten teweegbrengen. Ook de manier waarop voedsel wordt geproduceerd en industrieel bewerkt kan bijdragen aan het ontstaan van voedselovergevoeligheden, vertelde drs. Anna Kruyswijk, een van de dagvoorzitters van het symposium.

Eén op de vier Nederlanders ervaart fysieke klachten na het nuttigen van bepaalde voedingsmiddelen. Meestal zien deze mensen vervolgens definitief af van het consumeren van deze voedingsmiddelen. Volgens recente inzichten is dat lang niet altijd de beste strategie. Suppletie met probiotica lijkt een goede interventie, soms zelfs beter dan eliminatie van een voedingsmiddel.

Immunoloog prof. Ger Rijkers besprak de uitkomsten van de PANDA studie waarbij moeders en kinderen probiotica kregen. Hieruit blijkt dat kinderen die probiota kregen minder last hadden van eczeem. Rijkers geeft als verklaring dat voeding en vezels de microbiota beïnvloeden en dat de bacteriën butyraat produceren wat de doorlaatbaarheid van de darm kan tegengaan. Butyraat kan een rol spelen in het aansturen van bepaalde immuuncellen, de regulatoire T cellen. Naar deze werking zal meer onderzoek worden verricht.

Bij koemelkallergie blijkt een goede anamnese en diagnostiek noodzakelijk om onnodige eliminaties te vermijden,  zo stelde kinderdiëtist Els van den Heuvel. Belangrijk zijn een individueel behandelplan en het juiste moment om allergenen te introduceren.