Belgen worden steeds dikker

Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid in België heeft de resultaten gepubliceerd van de Vijfde Nationale Gezondheidsenquête (2013) over de voedingsgewoonten en de gewichtsstatus van de Belgen. De uitkomsten zijn weinig rooskleurig.

Veel volwassenen en kinderen zijn te zwaar
In vergelijking met eerdere enquêtes is er nauwelijks voortuitgang geboekt in de strijd tegen het toenemende overgewicht onder volwassenen en kinderen. De BMI van de Belgen bedraagt nu gemiddeld 25,4. 48% van de volwassenen heeft overgewicht en 14% is obees. Meer mannen (55%) dan vrouwen kampen met overgewicht. Overgewicht en obesitas nemen toe met de leeftijd. Het aantal mensen met overgewicht is het hoogst in de leeftijdsgroep van 45-54 jaar waar meer dan de helft een te hoge BMI heeft. Er is duidelijk een link met opleidingsniveau. Bij de bevolkingsgroep zonder diploma of met slechts een diploma van het lager onderwijs loopt de prevalentie voor overgewicht op tot 64% en obesitas tot 25%.
Een op de vijf kinderen en jongeren tussen de 2 en 17 jaar is te zwaar en 7% is obees. Er zijn geen significante verschillen tussen jongens en meisjes, maar het is verontrustend dat het vooral veel jonge kinderen betreft (11% van de 2-4 jarigen, 9% van de 5-9 jarigen). Ook hier speelt het opleidingsniveau van de ouders een rol.

Voedingsgewoonten niet optimaal
Uit de enquête blijkt ook dat de voedingsgewoonten niet optimaal zijn. De dagelijkse inname van groenten en fruit blijft ruim onder de aanbevelingen. Vrouwen eten vaker dagelijks groenten (81%) dan mannen (75%) en vaker dagelijks fruit (resp. 61% en 50%). In België haalt slechts 12% van de bevolking van 6 jaar en ouder de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor groenten en fruit. Gesuikerde dranken en zoute en zoete versnaperingen worden te vaak ingenomen. Twee derde van de volwassenen drinkt dagelijks minstens 1 liter water. En vier op de vijf mensen ontbijt dagelijks.
 
Het volledige rapport van de Gezondheidsenquête is te raadplegen op de website.