De GLI: stap voor stap naar een gezonde leefstijl

De GLI: stap voor stap naar een gezonde leefstijl

23 juli 2020 Uit Door Voeding & Visie
Dit bericht delen:

Sinds vorig jaar maakt de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) deel uit van de basisverzekering. Wat zijn de resultaten tot nu toe en wat is de meerwaarde ten opzichte van de gebruikelijke dieetbehandeling? Twee diëtist-leefstijlcoaches vertellen over hun ervaringen.

De GLI komt voort uit het Nationaal Preventieakkoord om Nederland gezonder te maken. De interventie is bedoeld voor volwassenen met obesitas (BMI > 30 kg/m2) of over­gewicht (BMI 25-30 kg/m2) en een risicofactor voor hart- en vaatziekten, diabetes type 2, slaapapneu of artrose. Zij kunnen worden doorverwezen door de huisarts of medisch specialist, zoals de internist of cardioloog. Deelnemers aan de GLI werken, veelal in groepsverband, aan hun leefstijl en duurzame gedragsverandering. Daarbij is aandacht voor zowel voeding, beweging als ontspanning en slaap. Alle thema’s rondom leefstijl komen dus bij elkaar.



De GLI kan worden gegeven door leefstijlcoaches, diëtisten en fysio- en/of oefentherapeuten: alleen of in samenwerking met anderen. Zij moeten aantoonbare competenties hebben als hbo-leefstijlcoach: soms is hiervoor een aanvullende opleiding nodig. Verder moet het programma erkend zijn als interventie door het RIVM. Dat wil zeggen dat er op zijn minst aanwijzingen zijn dat het programma effectief is. Op dit moment zijn er drie erkende GLI’s: de Beweegkuur, Coaching op Leefstijl (CooL) en SLIMMER.

Zelf laten nadenken

Arineke Deinum van Diëtistenpraktijk Amersfoort Noord werkt al jaren met leefstijlinterventie. “Sinds 2012 hebben we in Amersfoort de leefstijlinterventie KeiVitaal, die is voortgekomen uit de Beweegkuur. Ook zijn we betrokken bij B.Slim. B.Slim richt zich op kinderen. Dit project loopt al sinds 2005 in de gemeente Amersfoort en heeft als boodschap: beweeg meer, eet gezond en drink meer water. Toen de GLI werd opgenomen in de zorgverzekering hoefden we dus alleen maar te kijken welke GLI we wilden aanbieden: we hadden al een netwerk.”

Uiteindelijk koos het bestuur van St. KeiVitaal samen met de plaatselijke zorggroep voor SLIMMER. Dit vanwege de duidelijke samenwerking tussen de fysiotherapeut, de diëtist en de leefstijlcoach. In de regio is de diëtist binnen SLIMMER in de meeste gevallen ook de leefstijlcoach. Deinum en collega’s konden SLIMMER aanbieden met een aantekening leefstijlcoaching in het Kwaliteitsregister Paramedici op basis van opleiding en ervaring. Ook deden zij de training van SLIMMER.

“De diëtist heeft alles in huis om leefstijlcoach te zijn: kennis van voeding, gedragsverandering en medische kennis.”
Arineke Deinum

Persoonlijk is Deinum ervan overtuigd dat diëtisten alles in huis hebben om leefstijlcoach te zijn. “De diëtist heeft medische kennis, kennis van gedrag en van voeding. Met alleen een dieetlijst kom je er niet als je gedrag wilt veranderen. Naarmate ik langer werkte als diëtist, ben ik breder gaan kijken naar leefstijl. Als ik merk dat iemand heel gespannen is, geef ik bijvoorbeeld ook ontspanningsoefeningen mee. Het uitgangspunt is altijd: wat heeft iemand nodig? Daarbij ben ik gericht op knelpunten die iemand ervaart en laat ik mensen zelf nadenken over wat ze willen veranderen. Als diëtist geef ik handvatten om zo ver te komen. Zo nodig verwijs ik mensen door.”

SLIMMER

SLIMMER is een traject van twee jaar. Het eerste half jaar is het meest intensief: er is wekelijks een groepsbijeenkomst bij de fysiotherapeut. Daar bewegen de deelnemers elke week een uur in groepsverband en wordt er een thema behandeld, zoals voeding, beweging, ontspanning of slapen. Bij het bewegen kunnen allerlei soorten beweging aan bod komen: van ‘walking football’ tot boksen en circuittraining. Na het eerste halfjaar kiezen mensen zelf hoe ze hier een vervolg aan geven bij een reguliere aanbieder, zoals een sportvereniging, sportschool of eigen wandelclubje, geholpen door de buurtsportcoach. De buurtsportcoach is ook één of meerdere keren aanwezig bij de groepsbijeenkomsten. In het eerste half jaar komen deelnemers regelmatig bij de diëtist. In de rol van leefstijlcoach volgt de diëtist de vorderingen bij de fysiotherapeut. Dit kan doordat er gebruikt wordt gemaakt van het KIS-systeem van de zorggroep, waarin de fysiotherapeut de vorderingen bijhoudt.

Inmiddels hebben vier groepen van gemiddeld tien deelnemers het eerste halfjaar afgerond. “Over de resultaten op lange termijn kunnen we dus nog niet veel zeggen,” zegt Deinum. “Wel zien we dat mensen heel enthousiast en positief zijn. Vaak raken ze een paar kilo kwijt en zitten ze beter in hun vel. Ze genieten van de groepsbijeenkomsten, ook als ze daar van te voren tegenop zagen. Door de coronamaatregelen kunnen de groepsbijeenkomsten bij de fysiotherapeut dit voorjaar niet doorgaan. Maar mensen vormen, vaak ook met hulp van de fysiotherapeut, toch clubjes om binnen de regels samen te gaan bewegen. Dat is mooi om te zien.”

Ervaringen delen

In 2018 rondde diëtist Lydia Jeuken een opleiding af tot gecertificeerd leefstijlcoach. Zij volgde de verkorte post-hbo-opleiding voor diëtisten bij de Academie voor Leefstijl en Gezondheid. In haar praktijk Gewichtige zaken Venray begeleidt zij 94 cliënten met de GLI CooL, dat staat voor Coaching op Leefstijl. CooL wordt alleen vergoed als GLI wanneer die wordt uitgevoerd door een leefstijlcoach die is erkend door de BLCN (Beroepsvereniging Leefstijlcoaches Nederland). Jeuken koos voor CooL, omdat zij de deelnemers langdurig kan coachen en de eigen regie van deelnemers voorop staat.

CooL duurt net als SLIMMER twee jaar en bestaat uit een combinatie van individuele (vier sessies) en groepsbijeenkomsten (16 sessies). Vooraf volgde Jeuken naast de verplichte startbijeenkomst een tweedaagse CooL-training waarin per bijeenkomst werkvormen en inhoud worden aangereikt. In de eerste acht maanden staat gedragsverandering centraal, daarna ligt de focus op gedragsbehoud. De groepen bestaan uit zo’n twaalf deelnemers. In het begin zijn het er vaak wat meer: circa een op de tien deelnemers valt uit.

Vooral het delen van ervaringen, het elkaar steunen en motiveren tijdens de groepsbijeenkomsten wordt als heel waardevol ervaren, merkt ze. “Veel deelnemers geven bij de intake aan dat ze niet zo zitten te wachten op groepsbijeenkomsten, maar blijken achteraf heel blij met de groep. De voorstelronde tijdens de eerste bijeenkomst is vaak feest van herkenning.”

“De duur van twee jaar biedt de tijd om deelnemers te coachen bij zowel de goede als moeilijke momenten.”
Lydia Jeuken

Wat Jeuken aanspreekt van de GLI is dat ze echt coach kan zijn. “Als diëtist zat ik toch meer in de adviserende rol. Door de opleiding tot leefstijlcoach heb ik geleerd om meer te coachen en de regie bij de deelnemers te laten: het is hun traject. In de opleiding hebben we veel geoefend met het voeren van coachgesprekken en dat was heel waardevol. Ik laat mensen nadenken over en benoemen wat ze willen bereiken, en hoe ze dat zelf kunnen aanpakken. Ik denk, dat ik tijdens de dieetconsulten daardoor ook meer een coachende rol ben gaan aannemen.”

In eerste instantie komen cliënten vaak met vragen over gewichtsvermindering en voeding, maar gaandeweg komen vaak andere zaken bovendrijven. “Kennis over voeding hebben ze meestal wel. Het gaat om gedrag en duurzame gedragsverandering. Daar kunnen heel andere zaken een rol bij spelen. Achter eten schuilen vaak veel emoties. Die moeten ze loslaten. Daarna is er ruimte om met de voeding aan de slag te gaan.” Zo nodig verwijst Jeuken de cliënt terug naar de huisarts. Die kan dan verwijzen naar bijvoorbeeld een psycholoog of praktijkondersteuner GGZ.

Samenwerken

Tijdens de groepsbijeenkomsten wordt niet bewogen: dat doen deelnemers zelf, waarbij ze een activiteit kiezen die bij ze past. In de bijeenkomst over bewegen komt de buurtsportcoach langs, die met de deelnemers op zoek gaat naar passende beweeg- of sportactiviteiten in de buurt. Jeuken merkt wel dat deelnemers het vaak lastig vinden zich aan te sluiten bij een bestaande groep sporters. “Ze voelen zich anders en durven bijvoorbeeld niet zomaar naar het zwembad te gaan. Blijkbaar hebben ze toch iemand nodig om die eerste stap te zetten. Daarom ben ik nu met personal trainers aan het kijken of zij een laagdrempelig beweegprogramma kunnen aanbieden. Van daaruit kunnen ze dan verder kijken.”

Sowieso is het waardevol te zoeken naar samenwerking met lokale partijen en collega-leefstijlcoaches die je kunnen versterken, ervaart Jeuken. “Veel deelnemers vinden het lastig om anders te gaan koken. Ik heb nu twee studenten gevonden die een workshop gaan opzetten over gemakkelijk gezond koken. En met een supermarkt organiseer ik supermarktsafari’s.” Ook werkt Jeuken samen met de plaatselijke bibliotheek, waar ze een ruimte huurt voor de bijeenkomsten. “Het leuke is dat de bibliotheek deelnemers een gratis bibliotheekabonnement geeft en elke keer een boekentafel inricht die past bij het thema.”

Duurzaam gewichtsverlies

De ervaring leert dat CooL werkt, maar dat deelnemers het gewichtsverlies vaak niet snel genoeg vinden gaan. Jeuken: “Maar afvallen is niet waar CooL over gaat. Een dieet volgen is niet zo moeilijk, het gaat erom wat je daarna doet. Ik laat ze kleine stappen zetten. Dat levert meestal een paar kilo gewichtsverlies op. Dat lijkt niet spectaculair, maar het gewichtsverlies is wel duurzaam. Deelnemers zeggen ook dat ze er eigenlijk niet zoveel voor hoeven te doen. Het kost ze weinig moeite om hun nieuwe eetpatroon vol te houden.”

Bovendien zijn er andere positieve resultaten ziet zij. “De buikomvang neemt vaak af. En er zijn deelnemers die minder of geen medicatie voor hun diabetes of hoge bloeddruk meer hoeven te nemen, of melden dat ze niet meer zoveel bezig zijn met eten.” Haar ervaring is ook dat door de lange duur van het programma cliënten doorgaan waar ze in eerdere trajecten vaak afhaakten. “Je ziet dat veel cliënten in het begin heel goed gaan en dan een terugval krijgen. Het is belangrijk om ze in die periode op de rit te houden. Ik coach ze in alle fasen, bij zowel de mooie als minder mooie momenten. De steun van de groep wordt hierbij als heel positief ervaren.”

Karin Lassche

Meer informatie
Over de GLI met links naar de drie erkende programma’s:
https://www.loketgezondleven.nl/leefstijlinterventies/gecombineerde-leefstijlinterventie
Over het aanbieden van de GLI:
https://www.nza.nl/zorgsectoren/paramedische-zorg/veel­gestelde-vragen/veelgestelde-vragen-gli
Over de competenties van de diëtist-leefstijlcoach:
https://www.nvdietist.nl, zoek op ‘GLI’

Tarieven en contracten
In oktober 2019 kwamen huisartsen, zorgverzekeraars, beroepsorganisaties, aanbieders van de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) en landelijke partijen op initiatief van Staatssecretaris Paul Blokhuis bij elkaar om in gesprek te gaan over de GLI als aanbod in het basispakket van de zorgverzekering. Zij toonden zich positief. De GLI blijkt een goede aanjager te kunnen zijn voor samenwerking met verschillende partijen in de wijk. Dit gaat vooral goed in regio’s waar de zorggroep het initiatief neemt voor het aanbieden van de interventie.
Als knelpunt kwam naar voren dat het maximumtarief te laag is en dat tarieven en kwaliteitseisen verschillen per zorgverzekeraar. Ook willen zorggroepen niet altijd een GLI contracteren en bieden verzekeraars geen financiële vergoeding voor de opstartkosten. Verder verwijzen huisartsen nog te weinig door, mede door onbekendheid met de GLI, en zijn er nog onvoldoende gecertificeerde leefstijlcoaches.
De in 2019 vastgestelde maximumtarieven voor de GLI zijn voor de intake € 58,-, voor de behandelfase per kwartaal € 108,50, en voor de onderhoudsfase per kwartaal € 73,80. Bij een heel CooL-traject met 16 groepsbijeenkomsten en 8 individuele gesprekken komt de totale vergoeding op € 813,- per deelnemer. Dat staat niet in verhouding tot het gebodene, vindt Jeuken. “Bovendien heb ik ook kosten voor bijvoorbeeld het huren van een ruimte.” Deinum vindt de financiële vergoeding voor SLIMMER ‘te doen maar niet heel ruim’. “Het scheelt dat er in ons geval nog een vergoeding is vanuit de zorggroep voor de organisatie rondom de GLI. Wij hebben veel tijd gestoken in de ontwikkeling van KeiVitaal en dat wordt erkend. Sowieso is de samenwerking met de huisartsen hier heel prettig. We gaan er samen voor, we willen samen een mooi product neerzetten.”


Dit bericht delen: