Diëtetiek tussen vier muren

Diëtetiek tussen vier muren

5 april 2022 0 Door Voeding & Visie
Dit bericht delen:

Elke zes tot acht weken draait diëtist Mariëlle Mullier spreekuren in de penitentiaire Inrichtingen (PI) De Schie en Hoogvliet. Sinds kort werkt ze ook in een tbs-kliniek. Wat kenmerkt het werken met gedetineerden en tbs’ers en wat zou er verbeterd kunnen worden als het om de voeding gaat?

Zelf weet de Vlaardingse diëtist niet meer precies hoe haar werk bij de penitentiaire inrichtingen (PI’s) begonnen is. In elk geval komt ze er al meer dan tien jaar en noemt ze zichzelf ook wel ‘forensisch’ diëtist. “De medische dienst neemt contact met mij op als ze een lijst hebben van gedetineerden die voor een consult in aanmerking komen en organiseert dan een spreekuur.” Daarnaast werkt ze één dag per week in een tbs-kliniek in Poortugaal. Een mooie aanvulling, vindt zijzelf. “Het verblijf in de tbs-kliniek volgt vaak op dat in de PI. Zo hoop ik meer mensen langer te kunnen volgen.”



Spanning weg eten

In het algemeen verschilt de problematiek bij gedetineerden en tbs’ers niet van die in de algemene bevolking. “Ik zie veel mensen met overgewicht, en ook diabetes komt veel voor. Een aantal mensen kampt met ondervoeding.” Wat wel verschilt, is de spanning die de doelgroep ondervindt, en de verveling waarmee ze te maken hebben. Dat werkt door in het eetgedrag. Medicatie zorgt er soms voor dat mensen veel gaan eten, zoals het antipsychoticum clozapine.

“Gedetineerden zitten opgesloten in hun cel en hebben daar geen tv. Vooral als mensen voorgeleid moeten worden of er besloten wordt of ze vervroegd vrij kunnen komen, loopt de spanning op. Eten is dan een manier om afleiding te zoeken en spanning weg te eten, meestal met ongezond voedsel. Ik speel daar dan op in door aan te geven hoe ze op een andere manier met die spanning kunnen omgaan. Bij emotie-eters ga ik in op de onderliggende gedachte. In de tbs-kliniek krijgen mensen standaard psychologische hulp, in de PI kunnen ze dat aanvragen. Ik adviseer ze regelmatig dat te doen. En in alle gevallen probeer ik zoveel mogelijk te stimuleren dat ze gezonde producten kiezen.”

Voedselaanbod

Diëtist Mariëlle Mullier werkt
in penitentiaire inrichtingen

Wat het lastig maakt, is dat het voedselaanbod in de PI zijn beperkingen heeft. “Broodmaaltijden worden verzorgd door de instelling. Standaard wit- of bruinbrood en het beleg is chocopasta, jam en vette vleeswaren. Voor de warme maaltijd hebben gedetineerden de keus tussen ingrediënten bestellen en zelf koken, of maaltijden afnemen van de externe keuken. Wat ik daarover hoor, is dat de kwaliteit wisselt. Over het algemeen bestaat het eten uit veel vlees en zetmeelproducten en weinig groente. Wel krijgen mensen met diabetes op mijn advies tegenwoordig standaard een extra verstrekking groente en fruit en standaard volkorenbrood.”

Bij de samenstelling van de maaltijden speelt het beperkte budget van de inrichting een rol, denkt de diëtist. Overigens worden de maaltijden niet gratis verstrekt: de gevangenen betalen hiervoor uit het loon dat zij met werken verdienen. Daarnaast hebben ingeslotenen in de tbs-kliniek de mogelijkheid producten te kopen in een winkeltje. Maar dat aanbod is verre van gezond. “Het bestaat vooral uit fris, chips en snoep. Bij de tbs-kliniek is wel nog een kraampje met groente en fruit die daar worden geteeld. Alleen zag ik daar niemand staan.” Bezoekers kunnen producten meenemen, maar hier zijn strenge regels voor, die per instelling kunnen verschillen.

Veilig contact

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt bij het werken met deze doelgroep. Voor het spreekuur in de PI gaat Mullier naar de medische dienst, waar zij een kamer krijgt toegewezen. Daarna wordt de gedetineerde opgeroepen. Daarbij kan het wel tot een kwartier duren, voordat deze er ook werkelijk is. Het consult vindt plaats onder vier ogen. Om veiligheidsredenen is er altijd een ‘gangwacht’ buiten de spreekkamer. Is er sprake van een gedetineerde die als gevaarlijk te boek staat, dan blijft de deur open of krijgt de diëtist een pieper mee. Zonder gangwacht gaat het spreekuur niet door.

In de tbs-kliniek is een vaste spreekkamer en beschikt Mullier over verschillende mogelijkheden om zichzelf te verdedigen. Bang is zij niet. “Over het algemeen voel ik mij veilig, anders zou ik dit werk niet doen. Dat is ook belangrijk, want met name tbs’ers voelen haarfijn aan als je je onveilig voelt. Juist dat kan dan leiden tot een onveilige situatie.”

Een consult in de PI duurt 45 minuten, in de tbs-kliniek vaak korter. Daarbij verschilt van persoon tot persoon hoeveel informatie de diëtist boven tafel krijgt. “Niet met iedereen kun je even goed contact maken. De een vertelt veel, de ander niet. Over het algemeen zijn patiënten in de tbs-kliniek vrij gesloten. Dit kan ook van keer tot keer verschillen. Door iemand goed in de ogen te kijken, zie je wat voor bui hij heeft. Heeft iemand een slechte dag, dan houd ik het consult zo kort mogelijk.” Daarnaast geeft het medische dossier van de tbs’er veel informatie. “Denk aan het gewichtsverloop, labuitslagen, bloedglucosemetingen, medicatie en medische geschiedenis. In de PI heb ik geen toegang tot de dossiers, maar kan ik wel informatie opvragen. Zo nodig legt de medische dienst contact met de externe keuken.”

Zowel bij de PI als de tbs-kliniek heeft de diëtist het meeste contact met de medische dienst, waarvan de verpleegkundigen het hart vormen. Dat zijn ook degenen die ervoor zorgen dat gedetineerden een verwijzing krijgen van de huisarts. Er zijn ook huisartsen werkzaam binnen de instelling, net als een tandarts, fysiotherapeut, psycholoog en pedicure.

Al met al ervaart Mullier het werk als afwisselend en uitdagend. “De kunst is hetzelfde resultaat te behalen als buiten de gevangenismuren, ook al is het voedselaanbod beperkt.” Ze zou het leuk vinden contact te hebben met andere diëtisten die werken in een PI, om ervaringen uit te kunnen wisselen en het voedingsaanbod te verbeteren. “Ik weet dat andere PI’s ook werken met diëtisten, maar ik ken er maar een paar persoonlijk nadat ik een patiënt van hen kreeg overgedragen. Door de krachten te bundelen, kunnen we samen laten zien dat voeding belangrijk is om gedetineerden goed in hun vel te laten zitten.”

Diëtisten die ook in een PI werken, kunnen contact opnemen met Mariëlle Mullier via info@vodicare.nl. Zie ook www.vodicare.nl.

Karin Lassche

Bekostiging
Anders dan bij ‘gewone’ patiënten worden de consulten niet betaald door de zorgverzekeraar, maar door de PI, die de facturen weer elders declareert. Sinds deze zomer is het uurtarief bijgesteld van 60 naar 68 euro en worden ook reiskosten vergoed. Mullier: “Het tarief liep achter bij dat van de zorgverzekeraars. Ik heb daarom gevraagd aan de NVD of ze dit aan konden kaarten. Dat was het snel geregeld. We hebben nu afgesproken dat we jaarlijks kijken of het tarief nog in lijn is met dat van de zorgverzekeraars.”

Beter gedrag met goede voeding?
De laatste jaren is er steeds meer belangstelling voor de invloed van voeding op gedrag. De aanname is dat een westerse voeding met veel rood vlees, fastfood en snoep een negatief effect heeft, terwijl verse voeding met veel groente en fruit en omega 3-vetzuren het gedrag verbeteren.

Een van de eersten die de relatie tussen voeding, agressie en criminaliteit onderzocht is de Britse fysioloog Bernhard Gesch, werkzaam aan de universiteit van Oxford. Hij ontdekte in 1978 hoe het aantal geweldsuitbarstingen drastisch daalde bij gedetineerden die extra vitamines, mineralen en vetzuren kregen. Naar aanleiding hiervan onderzocht psycholoog Ap Zaalberg tussen 2005 en 2007 in acht gevangenissen in Nederland het effect van voedingssupplementen, inclusief omega-3 vetzuren, op de mate van agressie en psychische conditie van 221 jongvolwassen gedetineerden, met als doel voedingstekorten te voorkomen. Ten opzichte van gedetineerden die placebo’s slikten was het aantal gerapporteerde incidenten bij hen een stuk lager. Uit de vragenlijst bleek echter geen afname van de mate van agressie en psychiatrische klachten. Zaalberg concludeerde hieruit dat grootschalige, gerandomiseerde studies meer inzicht zullen moeten geven in de relatie tussen voeding en gedrag (Zaalberg, 2011).

Bij het WODC, het onderzoeksbureau verbonden aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, bracht Zaalberg het onderzoek naar voeding en gedetineerden in kaart. In 2019 verscheen er een overzichtsrapport (Zaalberg,2018). Daaruit blijkt dat met voeding in gevangenissen veel meer mogelijk is dan nu gebeurt, bijvoorbeeld door gevangenen voor elkaar te laten koken. Niet alleen ervaren gedetineerden dit als plezierig en gezellig, het helpt ook om vaardigheden, zoals samenwerken en voor zichzelf zorgen, te verbeteren. Ook hebben gevangenen, zeker met een psychiatrische achtergrond, baat bij grotere hoeveelheden mineralen en vitaminen. Met name het risico op een tekort aan vitamine D is groot, onder meer omdat gedetineerden weinig zijn blootgesteld aan zonlicht. Verder zijn er aanwijzingen dat omega-3-vetzuren helpen om agressief gedrag te voorkomen. Kennis vanuit de voedingswetenschap kan aanknopingspunten bieden voor de behandeling van stoornissen onder justitiabelen, grensoverschrijdend gedrag tijdens detentie, en mogelijk ook het voorkomen van recidive. Hiervoor zijn aanvullend onderzoek en praktijkpilots nodig.

Referenties

  • Zaalberg, A. (2011) Resultaten onderzoek naar verband voeding en agressie veelbelovend. Voeding & Visie, jaargang 24, nummer 2
  • Zaalberg, A. (2018) Voeding en justitiabelen: van strafelement naar rehabilitatie-instrument? Kennissynthese over de relatie tussen voeding en gedrag bij justitiabelen en mogelijke toepassingen vanuit de voedingwetenschap voor de praktijk. m.m.v. A.-S. Vanhouche, A. Smoyer en L. Kjaer Minke, Cahier 2018-11. Het rapport is gratis te downloaden op
  • https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/206

Dit bericht delen: