Steeds meer bekend over diagnostiek darmmicrobiota
9 oktober 2014Verslag symposium darmproblematiek en diagnostiek
Op 7 oktober vond in Houten het 3e Ziek van darmproblematiek symposium plaats met als thema: Darmdiagnostiek; van one size fits all naar behandeldoelen op maat plaats. De vraag die centraal stond was: Hoe kunnen we door diagnose van de darmbacteriën patiënten specifieker en efficiënter behandelen? Er waren ruim honderd huisartsen, kinderartsen, diëtisten en zorgverzekeraars aanwezig en het programma was zeer interactief.
De kennis van diagnostiek op het gebied van darmmicrobiota gaat steeds verder. Daarvan werd het bewijs die dag getoond door van een aantal aanwezigen huidswabs af te nemen waarvan de analyses aan het einde van de dag werden getoond. Normaal gesproken duurt een dergelijke analyse meerdere dagen. Wat we zagen was dat op de huid diverse bacterietypen aanwezig zijn. Op deze wijze kunnen ook darmbiopten worden onderzocht. Maar hoe behandeling met specifieke probiotica vervolgens kan worden ingezet, daarnaar zal verder onderzoek gedaan moeten worden.
Prof.dr. Michiel Kleerebezem, hoogleraar aan de Wageningen Universiteit, besprak de beginselen van het microbioom. We spreken niet meer over darmflora, maar over microbiomen en microbiota. Een mens bestaat uit slechts 10% humane cellen en 90% genomen van bacteriën. Bacteriën zijn heel nuttig voor het lichaam, want ze synthetiseren vitamines en aminozuren, verteren vezels, produceren korteketenvetzuren en trainen en onderhouden het immuunsysteem. De ‘goede’ bacteriën voorkomen kolonisatie van ziekteverwekkers. Van de duizend verschillende soorten bacteriën in de darmen zijn de bacteriodetes, firmicutes en actinobacteriën de belangrijkste groepen. Ieder mens heeft een unieke samenstelling van de microbiota. Dit is van afhankelijk van voeding, pre- en probiotica, genotype en het gebruik van antibiotica. Bij obesitas is een lage diversiteit in bacteriesoorten aantoonbaar. Fecale transplantatie kan tot gezondheid leiden, mits iemand ook zijn voedingspatroon aanpast. Door ‘poeptransplantatie’ van een slank naar een dik persoon kan de insulinegevoeligheid verbeteren.
Prof.dr. Paul Savenkoul werkzaam in het Maastricht Universitair Medisch Centrum en het VUmc Amsterdam besprak de diagnostiek op maat. Dankzij nieuwe microbiologische technieken bestaat er meer kennis over microbiomen. Het effect van antibiotica op de darmen is per persoon verschillend. De verwachting is dat de pathogene bacteriën worden vernietigd, maar uit onderzoek blijkt dat bij sommige proefpersonen zelfs alleen de goede bacteriën verdwijnen en de ziekteverwekkers juist overblijven. Er is nog onvoldoende bekend waarom antibiotica bij verschillende personen verschillend werkt. Met behulp van nieuwe technieken is het profiel van de darmmicrobiota in kaart te brengen en daarmee kan het effect van de behandeling worden aangetoond.
Volgens prof.dr. Robert Jan Brummer, MDL-arts in Örebro Zweden is het beter om het over ‘welnessmanagement’ te spreken dan over ziektebehandeling. Met preventie is op de lange termijn meer kwaliteit van leven te bereiken, bijvoorbeeld door het gebruik van pre- en probiotica of fecale transplantatie. Bij mensen met het prikkelbare darmsyndroom heeft de darmmicrobiota een heel andere samenstelling dan bij gezonde personen. De samenstelling van de darmmicrobiota kan via de brein-darm-as effect hebben op de psyche. Hoe dat precies werkt, is nog onbekend.
Prof.dr. Eric Claassen, immunoloog Erasmus MC Rotterdam, gaf een overzicht van wat er tot nu toe bekend is over de werking van probiotica. Probiotica kunnen bij zwangeren en vrouwen die borstvoeding geven de kans op het ontstaan van IgE-gemedieerde allergie verlagen. De allergie blijft in het bloed aantoonbaar, maar de effecten van de allergie worden onderdrukt. Mensen met overgewicht halen 8% meer energie uit hun eten door de samenstelling van hun darmmicrobiota. Ze hebben een lage butyraatproductie en meer inflammatie. Fecale transplantatie kan dit proces omkeren, maar dan zal ook het voedingspatroon aangepast moeten worden. Er is een bewezen effect van de positieve werking van probiotica bij diarree, pouchitis, colitis ulcerosa, atopisch eczeem, lactosemalabsorptie en necrotiserende enterocolitis (NEC).
Na de plenaire bijeenkomst werden onderwerpen verder uitgediept in workshops en werd een interessante dag afgesloten.