Column: Leefstijl als wapen in de strijd tegen maagzuurremmers

Column: Leefstijl als wapen in de strijd tegen maagzuurremmers

24 februari 2020 Uit Door Odette Bruls
Dit bericht delen:

Odette Bruls

Maagzuurremmers, wie kent ze niet? Ze zijn lang als relatief risicoloos beschouwd en belanden zo in menig medicijnkastje. Recent onderzoek komt echter met meer bijwerkingen op de proppen, waaronder de disbalans van het darmmicrobioom. Het NHG wijst huisartsen erop minder (langdurig) maagzuurremmers voor te schrijven (Numans, 2013), maar ze zijn ook vrij verkrijgbaar. En stoppen met medicatie stopt niet de maagklachten. De diëtist heeft het wapen voor deze strijd in handen; leefstijlaanpassingen kunnen veel maagklachten aanpakken.



Medicatie bij maagklachten omvat twee hoofdgroepen: maagzuurbinders (antacida) en maagzuurremmers. In deze laatste groep behoren H(histaminereceptor)2-blokkers tot de mildere soort en protonpompremmers (proton pump inhibitors, PPI’s) tot de sterkere. Het zijn de PPI’s die nu om hun bijwerkingen onder het vergrootglas liggen. De twee meest gebruikte werkzame stoffen in deze medicijnen in Nederland zijn omeprazol en pantoprazol. In 2016 telde de Stichting Farmaceutische Kengetallen (2017) maar liefst drie miljoen gebruikers van PPI’s, van babies tot hoogbejaarden. Dat is ruim één op de zes Nederlanders. Een groot deel daarvan gebruikt ze op recept, maar ze zijn ook vrij verkrijgbaar bij drogist en apotheek.

Darmmicrobiota

Dat maagzuurremmers de opname van vitamine B12 door de darmwand belemmeren, was al bekend en als diëtist ben je hier alert op. Recente internationale wetenschappelijke inzichten noemen daarnaast grotere risico’s op botbreuken en nierfalen op de langere termijn. Ook zijn onderzoekers eensluidend over de correlatie tussen PPI-gebruik en de darmmicrobiota. Diverse reviews en meta-analyses rapporteren veranderingen in het darmmicrobioom, bacteriële overgroei (SIBO) en darminfecties zoals veroorzaakt door Clostridium difficile (Seto, 2014; Minalyan, 2017; Singh, 2018; Su, 2018). Door de lagere zuurgraad (hogere pH) in de maag overleven meer bacteriën dan gewenst. De overlevers passeren de pylorus en veroorzaken een disbalans in de bacteriesamenstelling van de dunne darm. Ook is de voedselbrij minder verteerd wanneer deze de darmen bereikt, waardoor hier nog meer werk te verrichten is.

Vaak is PPI-medicatie nodig, zoals ter bescherming van de maagwand bij gebruik van specifieke medicatie. Maar bij andere maagklachten, zoals zuurbranden, zijn ze niet altijd nodig. Een placebogecontroleerd onderzoek onder mensen met refluxklachten concludeerde dat één op de vijf PPI-gebruikers deze niet nodig had en voor één op de drie gebruikers een lichtere medicatie voldoende was (Kievits, 2008). In een uitzending van het programma Kassa in 2017 (BNNVara) schatte MDL-arts Rinse Weersma zelfs dat de helft van de PPI-gebruikers dit middel niet nodig heeft. Voor hen zijn lichtere medicatie én leefstijlaanpassingen de betere remedie.

Diëtist

De diëtist kan in leefstijlveranderingen een centrale rol spelen. De huisarts heeft onvoldoende tijd en voedingskennis om patiënten te coachen naar een gezondere leefstijl. Ook de praktijkondersteuner heeft hier geen specialisme voor. Bovendien vindt veel gebruik van maagzuurremmers plaats buiten het zicht van de huisartspraktijk, vanwege de vrije verkrijgbaarheid. De diëtist kan de cliënt vragen naar het gebruik hiervan en heeft juist wel de tijd om de leefstijl met de cliënt aan te passen. De diëtist kan het gat tussen arts en patiënt hier dus mooi invullen.

Aandacht voor gezonde darmen is er momenteel veel. Zowel in de algemene media als onder voedingsspecialisten. Dat ons darmmicrobioom effect heeft op talloze aandoeningen, is vandaag de dag eerder een feit dan een vraag. Steeds meer diëtisten specialiseren zich hierin. Het terugdringen van het PPI-gebruik en tegelijk een oplossing bieden voor de maagklachten, kan hieraan worden toegevoegd.

Leefstijladviezen

Welke leefstijloplossingen geschikt zijn, moet met de cliënt worden afgestemd. Officiële richtlijnen zijn hier (nog) niet voor, maar er zijn genoeg voedings- en leefstijlfactoren die de last van maagproblemen kunnen beperken. Zo kan brandend maagzuur afnemen door gewichtsverlies (bij overgewicht), bewegen, stoppen met roken (indien van toepassing), gezond en vezelrijk eten, het kiezen van lichte en vetarme maaltijden en beperken van alcoholische en zure vruchtendranken. Ook kan samen met de patiënt worden uitgezocht of specifieke voedingsmiddelen of -bestanddelen de klachten beïnvloeden. Tot slot is houdingsadvies mogelijk; niet te snel te gaan liggen na een maaltijd en het hoofdeinde van het bed wat hoger te zetten. De toolkit van de diëtist is hiermee goed gevuld.

Leefstijloplossingen kosten weliswaar meer tijd dan een pilletje, maar ze leiden wel tot concreet merkbare gevolgen. Waar een cliënt een lager cholesterolgehalte of lagere bloeddruk niet direct voelt, zal een afname van maagklachten wel de levenskwaliteit direct verbeteren. Weer zo’n mooie kans voor diëtisten om hun expertise te tonen. Ga hierover in gesprek met huisartsen, bied lezingen en informatiemateriaal aan, schrijf een blog of maak een vlog, deel de successen van cliënten. Oftewel, bied voeding-op-maat als wapen in de strijd tegen de duizend-in-een-dozijn maagzuurremmers.

Bronnen:
BNNVara. (2017). “Steeds meer bijwerkingen bekend bij maagzuurremmers.” from https://kassa.bnnvara.nl/media/370132.
Kievits, F. and M. T. Adriaanse (2008). “Maagzuurremmers onnodig bij 20% van de gebruikers.” Ned Tijdschr Geneeskd 152: 2581-2582.
Minalyan, A., L. Gabrielyan, D. Scott, J. Jacobs and J. R. Pisegna (2017). “The gastric and intestinal microbiome: role of proton pump inhibitors.” Current gastroenterology reports 19(8): 42.
Numans, M., N. De Wit, J. Dirven, C. Heemstra-Borst, G. Hurenkamp, M. Scheele, J. Burgers, R. Geijer and E. De Jongh (2013). “NHG Standaard Maagklachten (derde herziening).” Huisarts en Wetenschap 56: 26-35.
Seto, C. T., P. Jeraldo, R. Orenstein, N. Chia and J. K. DiBaise (2014). “Prolonged use of a proton pump inhibitor reduces microbial diversity: implications for Clostridium difficile susceptibility.” Microbiome 2(1): 42.
Singh, A., G. A. Cresci and D. F. Kirby (2018). “Proton pump inhibitors: risks and rewards and emerging consequences to the gut microbiome.” Nutrition in Clinical Practice 33(5): 614-624.
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2017). Aantal gebruikers maagmedicatie stijgt naar ruim drie miljoen. Pharmaceutisch Weekblad. 152.
Su, T., S. Lai, A. Lee, X. He and S. Chen (2018). “Meta-analysis: proton pump inhibitors moderately increase the risk of small intestinal bacterial overgrowth.” Journal of gastroenterology 53(1): 27-36.


Dit bericht delen: