Nieuw bewijs dat visolie een negatief effect heeft op chemotherapie

Nieuw bewijs dat visolie een negatief effect heeft op chemotherapie

16 april 2015 Uit Door Majorie Former
Dit bericht delen:

Kankerpatiënten die chemotherapie ondergaan kunnen tijdens de behandeling visolie-preparaten en vette vis beter laten staan. De onderzoeksgroep van Emile Voest van het Antoni van Leeuwenhoek toonde enkele jaren geleden al aan dat vetzuren die ook in visolie zitten kankercellen resistent maken tegen chemotherapie. Dezelfde onderzoeksgroep laat nu in een vervolgstudie zien dat het slikken van visolie of eten van bepaalde soorten vette vis inderdaad zorgt voor een verhoging van dit vetzuur in het bloed. Deze nieuwe resultaten zijn op 2 april gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift JAMA Oncology.

Mensen met kanker slikken regelmatig naast hun medische behandeling supplementen waarvan ze hopen dat deze hun gezondheid bevorderen. Maar het nut van die supplementen staat lang niet altijd vast. En soms kunnen ze zelfs schadelijk zijn. In 2011 publiceerde de groep van kankeronderzoeker en internist-oncoloog Emile Voest, die destijds nog bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht werkte, een opmerkelijk onderzoek in het tijdschrift Cancer Cell. De wetenschappers hadden ontdekt dat bepaalde vetzuren al in lage concentraties kankercellen resistent maken tegen een breed scala aan chemotherapeutische middelen. Het ging om enkele specifieke type vetzuren, die ook in onder meer visolie zitten. Destijds ging er daarom al een waarschuwing uit aan kankerpatiënten die chemotherapie krijgen: pas op met visolie-supplementen.

Verdachte vetzuren in visolie
De vorige studie keek niet of de resistentie veroorzakende vetzuren uit visolie daadwerkelijk in het bloed belanden. Alleen als dit gebeurt, kunnen ze de tumor bereiken. Daarom organiseerde Voest een vervolgstudie. Ook dit onderzoek werd grotendeels uitgevoerd in het UMC Utrecht, en veel van het werk werd gedaan door kankeronderzoeker Laura Daenen, die ook eerste auteur is van de publicatie in JAMA Oncology. De onderzoekers kwamen er via een vragenlijst achter dat ongeveer elf procent van de kankerpatiënten die chemo ondergaan visoliesupplementen slikken. Zes verschillende commerciële visoliepreparaten bleken na analyse allemaal het verdachte vetzuur te bevatten.

Resistentie tegen chemotherapie
Bij experimenten met muizen bleek het toedienen van visolie inderdaad resistentie tegen chemotherapie te veroorzaken; hun tumoren groeiden ondanks de chemotherapie  door. Volgens deze experimenten zou, omgerekend naar mensen, ongeveer drie milliliter visolie per dag voldoende zijn om tumoren resistent te maken.
Vervolgens diende Daenen gezonde menselijke proefpersonen visolie toe, in de aanbevolen dagdosering. Die ligt met tien milliliter ruim boven de dosering die volgens de muisexperimenten nodig is om tumoren resistent te maken. De onderzoekers zagen dat het slikken van de visolie inderdaad al snel leidde tot verhoogde concentraties van het verdachte vetzuur in het bloed, tot boven de concentratie die bij muizen resistentie veroorzaakt. Het duurde ongeveer acht uur voor deze verhoging was verdwenen.

Verse vis
De onderzoekers testten ook verschillende soorten verse vis. Hiervoor kregen proefpersonen honderd gram haring, makreel, tonijn of zalm te eten. De eerste twee vissoorten zorgden voor vergelijkbare gehaltes van het tumor resistent makende vetzuur in het bloed als het slikken van visolie. Zalm gaf een hoge maar veel kortere piek van het vetzuur, en het eten van tonijn bleek geen effect te hebben.
Deze resultaten versterken het idee dat kankerpatiënten die chemotherapie krijgen beter visolie en vette vis kunnen mijden, vanaf de dag voor ze aan de behandeling beginnen tot een dag erna. Voest: “Patiënten slikken supplementen vaak met de beste bedoelingen, en ook vanuit het idee ‘baat het niet, dan schaadt het niet’. Maar onze studie laat zien dat dit in ieder geval voor visolie niet op lijkt te gaan. Ik raad daarom iedereen aan: als je supplementen wilt slikken naast je behandeling, overleg dit dan áltijd met je behandeld arts.”

Bron: www.zorgenziekenhuiskrant.nl

Artikel: Increased Plasma Levels of Chemoresistance-Inducing Fatty Acid 16:4(n-3) After Consumption of Fish and Fish Oil, Laura G. M. Daenen, MD, PhD1; Geert A. Cirkel, MD1; Julia M. Houthuijzen, MSc2; Johan Gerrits, BSc3; Ilse Oosterom, MSc1; Jeanine M. L. Roodhart, MD, PhD1; Harm van Tinteren, PhD4; Kenji Ishihara, PhD5; Alwin D. R. Huitema, PharmD6; Nanda M. Verhoeven-Duif, PhD3; Emile E. Voest, MD, PhD1,2 JAMA Oncol. Published online April 02, 2015. doi:10.1001/jamaoncol.2015.0388

 


Dit bericht delen: