Voeden in de eerste 1000 dagen; zo doe je dat

Voeden in de eerste 1000 dagen; zo doe je dat

28 februari 2020 Uit Door Majorie Former
Dit bericht delen:

Voeding speelt een cruciale rol in de eerste 1000 dagen van het leven van een kind. Diëtist Nelleke Stegeman schreef er een boek over met veel inhoudelijk kennis en praktische tips.

Nelleke Stegeman is diëtist, socioloog en docent geweest aan de Hogeschool Utrecht. Ze is moeder van twee kinderen en oma van drie kleinkinderen. Ze combineert haar gedegen voedingskennis met ervaringen in de praktijk. Al sinds 1981 schrijft zij boeken, waarvan het boek ‘Voeding bij gezondheid en ziekte’ het meest bekende is. De titel van haar nieuwste boek is: “Klaar voor de start? Hap”. Het boek heeft als motto ‘Oma Nel weet het wel’. Het boek is opgebouwd als een kalender die (toekomstige) jonge ouders erop na kunnen slaan. Titels van hoofdstukken zijn bijvoorbeeld: ‘Voeding en zwanger worden: eicel en zaadcel varen er wel bij’, ‘Zwanger! eet beter, niet meer’, ‘De bevalling en de kraamtijd: het is gewoon topsport’, ‘Tien dagen tot zes weken: van wurmpje naar reus’ en ‘Een jaar tot anderhalf jaar: kan ik zelluf’. Ieder hoofdstuk begint met de belangrijkste tips, daarna volgen de theorie en praktische adviezen. Het boek is mooi vormgegeven met foto’s en tekeningen.



Waarom wilde je dit boek schrijven?
“De aanleiding was een bericht in de media: 80 procent van de vrouwen start met borstvoeding, maar al na twee weken is 20 procent afgehaakt. En dat terwijl borstvoeding de beste voeding is die je een kind kunt meegeven. Je moet er al voor de geboorte over nadenken of je borstvoeding wilt gaan geven en je moet er moeite voor doen om het na de bevalling te laten slagen. De zwangerschap is natuurlijk belangrijk voor de groei van het ongeboren kind en zelfs de periode vóór de zwangerschap. Het begrip ‘de eerste 1000 dagen’ dat nu veel gebruikt wordt, is een goede inkadering. Hiermee wordt de periode van de zwangerschap tot de eerste twee jaar van het kind bedoeld en eigenlijk hoort de pre-conceptiefase daar ook bij.”

“Toen mijn dochter zwanger was van haar eerste kindje, dacht ik, nu is het tijd om het boek te gaan schrijven. Ik zie in haar omgeving veel jonge ouders die onzeker zijn over de voeding van zichzelf en van hun (aanstaande) kind. Het boek is bedoeld voor (aanstaande) ouders en voor grootouders, omdat zij ook vragen over voeding hebben, of goedbedoelde adviezen geven. Met dit boek krijgen zij allemaal dezelfde informatie. Om me meer in het onderwerp te verdiepen heb ik online veel blogs en chatboxen gelezen en gezien waar veel vragen over bestaan. De informatie die gegeven wordt, is soms goed, maar ook vaak niet correct en staat dan haaks op de wetenschappelijke inzichten. Dat is voor ouders heel verwarrend en verkeerde adviezen kunnen zelfs schadelijk zijn.”

“Leer kijken naar je kind om te zien wat het nodig heeft”

Dit jaar komt de Gezondheidsraad met een nieuw voedingsadvies tijdens zwangerschap. Waarom heb je daar niet op gewacht?
“De commissie die de voedingsaanbevelingen voor zwangere vrouwen opstelt is in 2018 gestart. Inmiddels is een conceptversie klaar, maar het advies wordt pas dit jaar verwacht en kan nog meer vertraging oplopen. Daar wilde ik niet op wachten.”

Wat is jouw belangrijkste boodschap aan ouders?
“Ik probeer de ontwikkeling van een kind ruim te benaderen. Leer kijken naar je kind om te zien wat het nodig heeft. Dat is de basis. Maar je kunt pas goed kijken als je voldoende kennis hebt, zodat je weet waar je op moet letten en wat je kunt doen. Heb vertrouwen in je kind en in jezelf. En eet zelf goed en lekker, dat is heel belangrijk. Als ouder ben je immers het voorbeeld voor je kind en een kind ziet veel meer dan je denkt, zelfs een heel jonge baby. Een kind houdt van rust, reinheid en regelmaat, maar het ene kind is het andere niet. Adviezen zijn handvatten en geen strakke regels. Verder wil ik geen waardeoordeel vellen over bijvoorbeeld wel of niet biologisch eten, of wel of niet vegetarisch of veganistisch. Daarin maken ouders een eigen keuze. Ik geef hen handvatten om een gezonde voeding samen te stellen voor henzelf en voor hun kind.”

Welk advies wil jij JGZ-artsen en verpleegkundigen geven?
“Organisaties als het Nederlandse Centrum Jeugdgezondheid en het Voedingscentrum zijn het erover eens dat voorkomen moet worden dat ouders regels te strak hanteren, voeding gaan opdringen of voeding gebruiken voor oneigenlijke doeleinden, zoals troost of compensatie. Ouders wordt daarom geadviseerd te letten op signalen van honger en verzadiging. Als een zuigeling aan een voeding toe is, kun je dat zien aan het gedrag (minder diepe slaap; zoekgedrag; zuigen op de handjes; bewegen met het mondje en uiteindelijk huilen). Naarmate de voeding vordert, raakt het kind meer verzadigd. Het kind laat bij verzadiging meestal vanzelf de tepel of speen los, of laat zien dat het voldoende heeft gedronken door zich te strekken of het hoofdje weg te draaien. Vooral bij flesvoeding is het in dit kader belangrijk dat ouders weten dat het niet nodig is om de fles leeg te laten drinken. Als je als ouder niet goed op deze signalen reageert en het kind de fles leeg moet drinken, negeer je het honger- en verzadigingsgevoel van je kind. Hierdoor verhoog je de kans op overgewicht. Daar ligt ook de taak voor de JGZ-artsen, – verpleegkundigen en diëtisten om ouders erop te wijzen dat zij op deze manier overgewicht bij hun jonge kind helpen voorkomen.”

Waarin wijk je af van de adviezen van het Voedingscentrum?
“Het is jammer dat het Voedingscentrum adviseert om jonge kinderen vetarme melkproducten te geven. Volle producten bevatten veel verzadigde vetten, waardoor het risico op hart- en vaatziekten wordt verhoogd, stelt het Voedingscentrum. Verzadigde vetten in melk blijken echter geen risicoverhogend effect te hebben. Volle melkproducten hebben meer smaak dan magere producten. De smaak van magere producten wordt verbeterd door er suiker of zoetstoffen aan toe te voegen, waardoor kinderen wennen aan zoete dranken. Kinderen kunnen mijn inziens beter volle melkproducten gebruiken, zeker tot twee jaar, want moedermelk bevat immers ook minstens 4 procent vet. Het probleem is vaak de hoeveelheid. Kleine kinderen hebben niet zo veel melk of yoghurt nodig. Kinderen van 1 tot 2 jaar hebben voldoende aan twee porties melkproducten per dag in totaal 300 ml.”

Onlangs is er ook een ander boek over voeding tijdens zwangerschap verschenen ‘Eet als een expert; Zwanger!’ Dit boek is geschreven door het team I’m a Foodie, bestaande uit (kinder)diëtisten en voedings- en gezondheidswetenschappers. In dit boek wordt veel aandacht besteed aan het vermijden van gifstoffen zoals PA’s in kruidenmelanges. Waarom besteed jij daar minder aandacht aan?
”Ik wilde mijn boek laagdrempelig houden en niet te veel ingewikkelde termen hanteren, ik noem bijvoorbeeld ook niet de term ‘coumarine’. Ik vertel over de risico’s van kruidenpreparaten en etherische oliën. Wat betreft het drinken van thee vertel ik welke theesoorten veilig gedronken kunnen worden en welke theesoorten je beter kunt vermijden. Verder vertel ik iets over cafeïne en cafeïnegehaltes. Natuurlijk leg ik ook uit waarom je bepaalde vissoorten niet moet eten en hoe je voedselinfecties kunt voorkomen, met name Listeria en Toxoplasmose. Ik raad ouders aan om de ZwangerHap-app van het Voedingscentrum te gebruiken. Daarmee kun je heel snel en simpel zien of je een product wel of niet kunt gebruiken. Een boek neem je immers niet zo gemakkelijk mee de supermarkt in.”

Je hebt een uitgebreid hoofdstuk geschreven over de bevalling en de kraamtijd. Die periode vergelijk je met topsport. Is dat zo?
“De bevalling lijkt me duidelijk topsport, maar de kraamtijd vergt ook veel energie. Het is goed om te beseffen dat de kraamtijd een hectische tijd is. De kersverse ouders moeten vertrouwen in zichzelf krijgen en in het kind. Alles draait om communicatie met het kind en leren interpreteren van de signalen. Vooral in de eerste weken kan het geven van borstvoeding problemen geven. Vaak zijn die op te lossen of te voorkomen. Wie goed voorbereid is, kan de problemen eerder herkennen en hulp vragen. Zo kan het aantal moeders dat langer borstvoeding geeft, toenemen. Dat vind ik een mooi streven. Maar ook als een kind flesvoeding krijgt, kun je nog zo veel doen waardoor het voeden veel beter aansluit bij de fysiologie van een baby. Voeden op verzoek met vrije hoeveelheden en het zelf laten happen van de speen zijn enkele voorbeelden.”

“Voeding moet gezond, leuk en lekker zijn”

“Die eerste 1000 dagen zijn ongelooflijk belangrijk om een goede start te maken. En dus ook om overgewicht te voorkomen. Als er telkens verkeerde keuzes worden gemaakt in de eerste 1000 dagen is de kans op overgewicht groot. Dan doel ik op de volgende factoren: geen goede voedingstoestand bij de start van de zwangerschap (onder- of overgewicht), flesvoeding, voeden volgens schema, te vroeg starten met bijvoeding (oefenhapjes verdringen de melkvoeding), te weinig smaken en structuur aanbieden in het eerste jaar (alleen potjes), suikerrijke voeding (bijvoorbeeld: kinderlimonade, kinderkoekjes) en geen maaltijdstructuur aanleren. Als diëtisten moeten we eraan bijdragen dat de start goed is. Daar ligt de belangrijkste preventie van overgewicht. Als een kind na 1000 dagen te dik is, ben je eigenlijk al te laat!”

Majorie Former

ZwangerHap-app
Wat kun je nou wel en beter niet eten tijdens de zwangerschap? Met de gratis app ZwangerHap van het Voedingscentrum kun je simpel en snel opzoeken of je een product kunt eten. Zo niet, dan laat de app zien wat je allemaal nog wél kunt nemen.

Referenties
Gezondheidsraad, Voedingsaanbevelingen voor zwangere vrouwen. www.gezondheidsraad.nl/werkprogramma/documenten/adviezen/werkprogramma/werkprogramma/01/voedingsaanbevelingen-voor-zwangere-vrouwen
Richtlijn: Voeding en eetgedrag (2013, aanpassing 2017), Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, www.ncj.nl/richtlijnen
G.Herweijer. Eet als een expert. Zwanger!, I’m a Foodie, 2019
Voedingscentrum (2019), www.voedingscentrum.nl


Dit bericht delen: