Genvariatie verklaart waarom extreem obese mensen moeilijk afvallen
4 april 2014Mensen met ernstig overgewicht zijn wel in staat om af te vallen, maar slagen er vaak niet in om op het lage gewicht te blijven. Dat vereist een omslag in het (eet)gedrag.
Onderzoekers van de Universiteit Maastricht en Maastricht UMC+ hebben genvariaties gevonden die mogelijk verklaren waarom mensen met extreme obesitas zo moeilijk los komen van hun oorspronkelijke (eet)gedrag. Uit analyse van de genen van 30 personen met extreem overgewicht (gemiddelde BMI 51,1) bleek dat zij vaker dan verwacht drager zijn van bepaalde varianten van de zogenaamde protocadherine-genen. Deze varianten lijken gepaard te gaan met een verminderde werking van protocadherines in de hersenen, eiwitten die verantwoordelijk zijn voor verbindingen tussen zenuwcellen. Het idee is nu, dat de noodzakelijke omschakeling in de hersenen voor gedragsverandering daardoor wordt bemoeilijkt. De resultaten van dit onderzoek zijn verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Genes & Nutrition.
Eerste auteur prof. dr. Edwin Mariman, hoogleraar Functionele genetica: “Onderzoek heeft uitgewezen dat ernstig overgewicht een gevolg is van leefstijl, maar ook van erfelijke aanleg. Die erfelijke aanleg wordt momenteel niet goed begrepen. Met de ontrafeling van het menselijke erfelijke materiaal zijn al vele erfelijke factoren voor overgewicht bekend geworden, maar bij elkaar verklaren zij minder dan 10% van de aanleg voor overgewicht in de bevolking. Een groot deel van die aanleg is dus nog zoek. Deze studie voegt weer iets toe aan onze kennis.”
Volgens Mariman houden deze onderzoeksresultaten verband met het verzadigingshormoon leptine: “Eerder is over leptine gerapporteerd dat het de zenuwverbindingen in de hersenen kan beïnvloeden, dat proces wordt ook wel neurale plasticiteit genoemd. Onze bevindingen in de richting van de protocadherines geven een aanwijzing hoe dat op moleculair niveau geregeld is. Het is nu belangrijk om deze bevindingen te bevestigen met genetisch en functioneel onderzoek. Als dat lukt, zullen de protocadherine-genen in de toekomst hun weg vinden naar de reguliere DNA-diagnostiek voor risico op extreme obesitas.”