High-lights van het 19e Voedings- en gezondheidscongres in Brussel

High-lights van het 19e Voedings- en gezondheidscongres in Brussel

21 november 2016 Uit Door Majorie Former
Dit bericht delen:

Tijdens het Voedings- en gezondheidscongres op 18 en 19 november 2016 in Brussel kwam een breed scala van voedingsthema’s voor het voetlicht. De lezingen in het Frans werden simultaan vertaald in het Nederlands.

Prof. Veronique Coxam, van de Universiteit in Clairmont Ferrand, hield een presentatie over zuivel en botgezondheid.  De consumptie van calcium door kinderen leidt tot een betere botgezondheid en groei. Een lage consumptie van melk (1 portie per dag) leidt tot meer botfracturen in de kinderleeftijd, wat tot op hoge leeftijd kan doorwerken. Toch blijkt ook dat de lage consumptie van calcium in Aziatische landen  niet leidt tot slechtere botten. Een verklaring hiervoor kan zijn dat  zij meer sojaproducten (fyto-oestrogenen) gebruiken.  Uit observationele studies blijkt dat zuivelproducten een positief effect hebben op de botmassa, maar niet op het voorkomen van botbreuken. Hiernaar zijn meer interventiestudies nodig. Melkproducten hebben ook een inflammatoir effect. In België worden drie zuivelproducten per dag geadviseerd (een keer melk, een keer kaas en een keer yoghurt).

Prof. em. Fred Brouns Universiteit Maastricht ging in op de feiten en misverstanden rondom brood. In populaire boeken en op internet staat veel onzin. Zo wordt beweerd dat oude granen minder gluten bevatten. Brouns liet aan de hand van DNA van oude graansoorten zien, dat dat niet waar is. Tarwe, rogge en gerst worden al ruim 45.000 jaar verbouwd en geconsumeerd. Slechts 5-7% van de mensen is gevoelig voor granen en dienen deze te vermijden. Volkorengraanproducten leiden niet tot ziekten, maar kunnen juist diabetes, hart- en vaatziekten en darmkanker voorkomen.

Is een koolhydraatarme voeding bij diabetes type 2 een optie? Daar heeft dr. Ilse Mertens, diëtist en diabetes-educator in Antwerpen onderzoek naar gedaan. De Diabetes Liga heeft samen met de Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten (VBDD) een position paper opgesteld waarin  internationale richtlijnen en studies zijn beoordeeld.  Wat is een koolhydraatarme voeding en wat is het effect op klinische parameters bij patiënten met DM type 2. Conclusie: een koolhydraatarme voeding heeft geen groter gewichtsverlies bij DM type 2 dan andere interventies.  Het is geen standaard advies, maar wordt ook niet afgeraden.

Liesbet Boone van de Universiteit van Gent heeft onderzoek gedaan naar de invloed van perfectionisme op het ontstaan van eetproblemen. Mensen die hoog scoren op zelfkritisch perfectionisme vinden het maken van fouten onaanvaardbaar, twijfelen over hun prestaties en ervaren geen voldoening. Dit in combinatie met lichaamsontevredenheid verhoogt het risico op eetstoornissen. Vooral adolescenten en jongvolwassenen zijn kwetsbaar. Boone vindt het belangrijk om in de behandeling ook aandacht te hebben voor het verlagen van de drang naar perfectionisme.

In 2014 heeft de Voedselconsumptiepeiling in België plaatsgevonden. Dr. Karin de Ridder van het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid besprak de resultaten.  In de VCP zijn de 24-uurs navraagmetingen verzameld van 3200 personen in de leeftijd van 3-64 jaar. De conclusie is dat er te veel verzadigde vetten en ‘snelle’ suikers worden geconsumeerd, ongeacht leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Meer dan 30% van de energie-inname is afkomstig uit koek, snoep, suikerhoudende dranken en sauzen. Er is een lage consumptie van groenten, fruit, melkproducten, calciumverrijkte sojaproducten, graanproducten en aardappelen. De inname van micronutriënten weerspiegelt mogelijk de kwalitatieve verschillende in voedingskeuzes (bijvoorbeeld in opleidingsniveau).

Dr. Goele Jans van de KU Leuven besprak de voedingsadviezen voor zwangere obese vrouwen en zwangere vrouwen na een bariatrische ingreep.  Bij de meeste zwangere vrouwen na een bariatrische operatie is de micronutriëntenstatus laag of deficiënt ondanks suppletie. Tijdens de zwangerschap zijn deze vrouwen angstig om in gewicht aan te komen, met name in het derde trimester. Daar moet aandacht voor zijn.  Kinderen geboren uit deze vrouwen hebben over het algemeen een lager geboortegewicht. Een multidisciplinair team is nodig om deze vrouwen voor en na de ingreep en tijdens de zwangerschap te behandelen met aandacht voor de nutritionele status en de voeding.
 
Majorie Former, diëtist/journalist


Dit bericht delen: