Voedingsgeneeskunde; een nieuw vakdiscipline?

Voedingsgeneeskunde; een nieuw vakdiscipline?

23 november 2012 Uit Door Majorie Former
Dit bericht delen:

Verslag 1e Landelijk Voedingsgeneeskundig Congres georganiseerd door het NNG op 21 november 2012.

Het ‘1e Landelijk Voedingsgeneeskundig Congres, tussen feiten en fabels’ werd georganiseerd door het Nederlands Nutraceutisch Genootschap (NNG). Het NNG is een genootschap van medische beroepsgenoten dat een platform wil bieden voor de wetenschappelijke discussie over nutraceutica, voedingsmiddelen die een of meerdere gezondheidseffecten hebben. Het congres vond onder grote belangstelling plaats in het auditorium van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Ruben van Coevorden, arts en voorzitter van de NNG hield een warm pleidooi voor voedingsgeneeskunde als nieuw vakdiscipline. Wetenschappelijke kennis over hoe voeding optimaal kan bijdragen aan gezondheid en in richtlijnen wordt vertaald voor de dagelijkse praktijk, is van belang. Nog steeds zijn artsen onvoldoende geschoold in voeding, terwijl artsen in Duitsland en Zwitserland zowel klinisch als in de 1e lijn opgeleid worden in voedingsgeneeskunde wat leidt tot het optimaliseren van de voedingstoestand van patiënten en de opnameduur kan bekorten. Diëtisten spelen een grote rol in de vertaalslag van de wetenschappelijke kennis over voeding naar de praktijk. Daar werd een paar maal op deze dag de aandacht op gevestigd.
Op het congres werd uitgebreid aandacht besteed aan de preventie en behandeling van diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten. De sprekers waren onder meer voedingsdeskundigen van diverse universiteiten, zoals Marleen van Baak en Gerard Hornstra (EM) (universiteit van Maastricht), dr. Ir. Peter Hollman (Wageningen Universiteit), dr. Suzan Wopereis (TNO), en prof. dr. Roel Vonk (UMC Groningen). Zij zetten de meest recente wetenschappelijke feiten op een rij.
Afvallen in gewicht blijkt met een hoog eiwitdieet (ca. 22 en%) en laag glykemische index het beste mogelijk te zijn. Maar volgens Van Baak blijkt uit alle studies dat het gewicht langzamerhand weer toeneemt. Biomarkers, zoals het genetisch profiel, zouden een voorspellende waarde kunnen hebben of iemand baat heeft bij afvallen.
Volgens dr. Frank van Berkum, internist, heeft een tijdelijk streng energiebeperkt dieet (1200 kcal), laag koolhydraat (met name fructose) en rijk aan eiwit en omega-3-vetzuren, een positief effect op de behandeling van patiënten met diabetes type 2. DM2 is volgens hem reversibel; patiënten kunnen stoppen met insuline en krijgen normale bloedwaarden.
Peter Hollman stelde de werking van antioxidanten (polyfenolen) ter discussie. Een groeiend aantal observationele studies laat zien dat voedingsmiddelen rijk aan polyfenolen (o.a. thee, rode wijn, cacao) een gunstige werking hebben bij hart- en vaatziekten. Echter is deze werking toe te schrijven aan de antioxidantwerking of hebben polyfenolen nog andere werkingsmechanismen in het lichaam? Hollman concludeert dat antioxidant een begrip is waar je niet veel mee kunt. Er zijn nog meer activiteiten van polyfenolen die verder onderzocht moeten worden.
Interessant was ook de presentatie van prof.dr. Denise de Ridder, Universiteit Utrecht over voedselverleiding. De obese voedselomgeving waar overal goedkoop en calorierijk voedsel aanwezig is, maakt het moeilijk om verleiding te weerstaan. Wilskracht is nodig om impulsen om te gaan eten te beheersen. Wilskracht is belangrijk, maar helaas snel uitgeput. De Ridder vergeleek het met een spier die ook niet de hele dag aangespannen kan zijn. Je kunt wilskracht wel trainen door afleiding te zoeken, als-dan-plannen te maken en inzicht te krijgen in moeilijke situaties.
Gezondheidseconoom prof.dr. Johan Polder liet zien dat Nederlanders steeds gezonder en ouder worden, maar ook dat steeds meer mensen meer jaren met een ziekte doorbrengen. Hij pleit voor een omslag in ons denken over ziekte en gezondheid. We moeten meer gaan denken in de richting van Mens en Maatschappij. We kunnen ziekte niet uit ons leven verbannen, zorg is waardevol en overmatig letten op gedrag kan een averechts effect hebben. We moeten nuchter omgaan met risico’s, selectief omgaan met informatie en realistisch omgaan met verwachtingen.
Dr. Milou van Beelen, sportarts en prof.dr. Luc van Loon, Universiteit van Maastricht sloten de dag af met voordrachten over de rol van voeding bij sport en de impact van voeding en bewegingstherapie bij de behandeling van sarcopenie met ouderen.

Majorie Former

http://www.voedingsgeneeskundigcongres.nl


Dit bericht delen: