De invloed van zuivel op  diabetes type 2.

De invloed van zuivel op diabetes type 2.

11 februari 2020 Uit Door Majorie Former
Dit bericht delen:

Er zijn veel onderzoeken verricht naar de relatie tussen zuivel en diabetes type 2 (DT2). De Nederlandse Zuivel Organisatie en het FrieslandCampina Institute nodigden in november 2017 externe deskundigen uit om de huidige stand van de kennis te evalueren. Een selecte groep van internationale wetenschappelijke deskundigen kwam bijeen voor een rondetafelsessie te weten: prof. D.I. Givens, prof. A. Astrup, prof. S.J.L. Bakker, dr. G.H. Goossens, prof. M. Kratz, prof. A. Marette, prof. H. Pijl en dr. S.S. Soedamah-Muthu.

Op de eerste dag van de rondetafelsessie gaven alle wetenschappelijke deskundigen uit verschillende disciplines een presentatie over een deelgebied van zuivel en DT2. Op de tweede dag stelden de deskundigen gezamenlijk de relatie tussen diabetes type 2 en de totale zuivelinname vast alsmede de relatie met specifieke zuivelproducten. De discussies op dag 2 vormden de grondslag voor een wetenschappelijk artikel dat medio 2019 werd gepubliceerd: ‘The Impact of Dairy Products in the Development of Type 2 Diabetes: Where Does the Evidence Stand in 2019?’ (1). Alle wetenschappelijke deskundigen die bij de rondetafelsessie aanwezig waren, hebben aan dit artikel meegeschreven. Hieronder staan de conclusies uit het artikel weergegeven.

Neutrale of kleine gunstige associatie tussen totale zuivelconsumptie en het risico op DT2

Er werd geconcludeerd dat er een neutrale of kleine gunstige associatie is tussen de totale zuivelconsumptie en het risico op DT2. Voor melk en kaas bestaat een neutrale associatie met DT2. Yoghurt werd geassocieerd met een lager risico op DT2. Dit moet echter nog verder worden bevestigd in gerandomiseerde, gecontroleerde interventiestudies. Momenteel is er slechts één interventiestudie uitgevoerd. Uit dit onderzoek onder obese Chinese vrouwen met metabool syndroom en leververvetting bleek dat yoghurt de insulineresistentie verbeterde ten opzichte van melk (insulineresistentie is een marker van DT2) (2).

Voedingsmatrix kan belangrijker zijn dan verzadigd vet

 Wetenschappelijke studies leveren wisselende resultaten op over de associatie tussen verzadigde vetzuren en DT2. Er zijn veel verschillende soorten verzadigde vetzuren. En deze verschillende soorten hebben verschillende effecten op DT2. Bovendien kan het volledige voedingsmiddel (de zogeheten voedingsmatrix) waarin de verzadigde vetzuren voorkomen een belangrijkere gezondheidsdeterminant zijn dan het totale gehalte aan verzadigde vetzuren.

Aanbevelingen sluiten aan bij nationale en internationale richtlijnen

 De aanbevelingen uit het artikel sluiten aan op de aanbevelingen van de Nederlandse Gezondheidsraad. De Gezondheidsraad concludeert dat de associatie tussen de totale zuivelconsumptie en het risico op DT2 neutraal is. Voor melk en kaas is de associatie met DT2 onduidelijk. Voor yoghurt luidt de conclusie dat minimaal 60 gram yoghurt per dag wordt geassocieerd met een 15% lager risico op diabetes in vergelijking met 10 gram per dag (bewijsniveau: substantieel).”

De American Diabetes Association verklaarde het volgende: “Een gezond caloriearm eetpatroon moet worden gestimuleerd. Daarnaast bieden observationele studies enig bewijs dat bepaalde voedingscomponenten van invloed zijn op het risico op diabetes. Een hogere inname van noten, bessen, yoghurt, koffie en thee wordt geassocieerd met een lager risico op DT2. Rood vlees en met suiker gezoete dranken worden daarentegen geassocieerd met een hoger risico op DT2 (3).”

Bron: Nieuwsbrief FrieslandCampina Institute, 27 januari 2020


Dit bericht delen: